
We hadden een datum gekregen voor de geplande keizersnede: 24 augustus 2017. Voor onze oudste zoon van vier hadden we samen een aftelkalender gemaakt.
Alles leek onder controle… tot 16 augustus.
Mijn bloeddruk was al een tijdje erg laag. Ik moest daarom drie keer per dag langs de huisarts. Op 16 augustus was mijn bloeddruk zó laag dat de huisarts besloot het ziekenhuis te bellen, ik was die dag ook al drie keer flauwgevallen. Mijn oudste zoon was bij me, en zag steeds hoe mama even moest gaan liggen, of vroeg hem mijn telefoon te pakken omdat ik voelde dat ik weer ging. Mijn vriend was op de hoogte, maar ik merkte dat het slechter ging.
Dezelfde middag kreeg ik thuis een telefoontje van het ziekenhuis: ik zou de volgende dag al een sectio krijgen. Ik wist even niet wat dat betekende. Dus ik zei gewoon: “Oké, hoelaat moet ik er zijn?” De vrouw aan de telefoon moest lachen en zei: “Een sectio, een keizersnede.” Ik was compleet overdonderd.
Ik belde direct mijn vriend op zijn werk en daarna mijn ouders, die onderweg waren vanuit Portugal. Ze zouden pas op 23 augustus aankomen en dit hadden we totaal niet verwacht. Mijn vriend kwam meteen naar huis. Hij kon het nauwelijks geloven. We hebben onze oudste zoon uitgelegd dat de baby morgen al zou komen. Hij snapte er helemaal niets van. Voor de volgende dag hadden we gelukkig oppas kunnen regelen.
Op 17 augustus ging om half zes de wekker. Om half zeven moesten we ons melden in het ziekenhuis. Oma bracht ons en ging daarna met onze oudste zoon knikkers kopen. Hij had geen idee wat hem te wachten stond.
In het ziekenhuis kreeg ik direct een infuus en werd de baby goed in de gaten gehouden. Om 08.00 uur werden we meegenomen naar de OK. Mijn bloeddruk was inderdaad extreem laag, dus kreeg ik meteen medicatie waardoor ik me hyper voelde. Het zetten van de ruggenprik ging gelukkig goed. Ik was erg nerveus, maar dat gaf ik aan en daar hield het team goed rekening mee. Ze praatten rustig met me en legden alles stap voor stap uit.
Op de operatietafel had ik het gevoel dat mijn benen over elkaar lagen omdat ik ze gekruist had voor de verdoving begon te werken, — Dit was natuurlijk niet zo — maar ik bleef dat gevoel maar houden, tot hilariteit van iedereen op de OK. De keizersnede kon beginnen. Mijn vriend zat naast me en merkte dat ik steeds even wegviel door mijn lage bloeddruk. De arts naast me deed zijn uiterste best om me bij bewustzijn te houden door tegen mij te praten en mij mee te nemen in het proces maar door de druk op mijn buik was ik er vaak maar half bij. Ik was verward, afwezig, maar mijn vriend vond dat ergens gelukkig ook wel grappig.
En toen was hij daar: onze zoon Logan.
Logan had wat moeite met ademhalen en werd meegenomen door de arts. Mijn vriend ging uiteraard mee. En daar lag ik dan, op het bed. Ik voelde mij machteloos en alleen. Mijn pasgeboren zoontje en mijn vriend waren weg, en ik voelde me vreselijk verdrietig. Ik begon te huilen en hoopte zó op een harde huil van Logan. Gelukkig waren ze vrij snel terug en deed Logan het goed. Hij werd op mijn borst gelegd in een soort draagzak zodat ik hem even bij mij kon hebben.
Toen ik het hechten klaar was, mocht ik terug naar de kraamsuite. We kwamen op een mooie, grote kamer terecht. De pijn was heftig en mijn linkerbeen voelde ik nog steeds niet, dit vond ik erg pittig. Het maakte me erg ongerust en ik vroeg meerdere keren of de verdoving eruit mocht. Pas na vier uur werd die verwijderd. Gelukkig kwam het gevoel in mijn been ongeveer een uur later terug. Zes uur na de operatie vroegen ze of ik al kon proberen te plassen. Dat lukte niet, ik kon mijn bed niet uit, maar het moest. Met hulp van mijn vriend en een zuster kwam ik op een po-stoel terecht. Wat deed dat pijn! Maar ik wilde zó graag naar huis. Mijn oudste zoon was inmiddels op bezoek geweest. Hij schrok een beetje van alle apparaten en drukte om ons heen.
Die nacht was ik alleen; mijn vriend sliep thuis met onze oudste zoon. Logan heeft de hele nacht op mij geslapen. Het voeden ging moeizaam, maar hij was een tevreden mannetje. De volgende ochtend mocht ik weer proberen te staan. Het deed vreselijk veel pijn, maar ik zette door. Ik had het gevoel dat ik in het ziekenhuis niet echt de ondersteuning kreeg die ik nodig had. De verpleging was lief, maar ook erg druk. Als ik op het belletje drukte, kwamen ze wel, maar ik voelde me toch bezwaard.
Toen het opstaan en plassen weer gelukt was, kwam eindelijk het verlossende woord: je mag naar huis, mits ik rustig aan zou doen.
De kraamhulp hadden we gelukkig goed geregeld, het was dezelfde persoon als bij onze oudste zoon. Zij heeft ons enorm goed geholpen de eerste week thuis. Dit maakte het herstel thuis een stuk fijner dan in het ziekenhuis.
- Marjolein
Reactie plaatsen
Reacties